Submenu  
 

Logo Levenseinde

Aangifte van het overlijden


Het overlijden moet zo spoedig mogelijk aangegeven worden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de persoon is overleden. De aangifte gebeurt door het attest dat uitgereikt wordt door de arts die het overlijden heeft vastgesteld. Meestal regelt de uitvaartondernemer die formaliteiten.

Bij een overlijden in een zorgvoorziening moet de directeur het overlijden binnen 24 uur aangeven. Bij een overlijden in het buitenland wordt de gemeente waar de betrokkene woonde door de Belgische ambassade op de hoogte gebracht.

Voor de aangifte heb je de volgende documenten nodig:
  • het overlijdensattest
  • de identiteitskaart en, indien van toepassing, het trouwboekje en het rijbewijs van de overledene
  • de identiteitskaart van de aangevers

Als jij of de overledene koos voor crematie of verassing, dan moet je bij de aangifte een attest voegen waaruit blijkt dat het om een natuurlijke dood gaat, en dat de betrokkene geen pacemaker had of dat die al verwijderd is. Na onderzoek zal de burgerlijke stand een vergunning tot cremeren uitreiken die vervolgens aan het crematorium overhandigd moet worden. Als het geen natuurlijke dood betreft, beslist de Procureur des Konings of het stoffelijke overschot vrijgegeven mag worden voor crematie.

Het is nuttig om bij de aangifte een aantal uittreksels van de overlijdensakte te vragen. Je hebt die onder meer nodig voor het ziekenfonds en voor de werkgevers van familieleden.
 

© 2023 Vlaamse Ouderenraad vzw
Cookieverklaring